De Paperassengids voor al je buitenlandplannen
JE BENT HIER: Home > Paperassenthema's > Thema

Groeipakket / kinderbijslag

In België ontvangen ouders maandelijks een bedrag voor de verzorging en opvoeding van hun kind(eren). Dit wordt vaak “kindergeld” genoemd. De regelgeving daarover verschilt sinds 2019 naargelang je woonplaats. In Vlaanderen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië gelden andere regels en zijn andere instanties bevoegd.

  • In Vlaanderen spreekt men sinds 1 januari 2019 over een “Groeipakket”; de vroegere term “kinderbijslag” wordt daar dus niet meer gebruikt.
  • In Brussel gingen op 1 januari 2020 de nieuwe regels van start en wordt nog steeds over kinderbijslag gesproken.

Op Kamiel.info wordt de dubbele term Groeipakket/kinderbijslag gebruikt als de regels van toepassing zijn in Vlaanderen én Brussel. Als er verschillen zijn, wordt dit duidelijk vermeld.

Zolang je jonger bent dan 18, ontvangen je ouders maandelijks een Groeipakket/kinderbijslag van de overheid. Woon je alleen en ben je minstens 16 jaar, dan ontvang je mogelijks zelf deze som geld. Ook na je 18 kunnen jij of je ouders een Groeipakket/kinderbijslag ontvangen, al zijn er vanaf dan wel voorwaarden. In elk geval eindigt je recht op het Groeipakket/Kinderbijslag in de maand dat je 25 wordt.

► Op deze pagina geven we eerst een algemene inleiding in de regels rond het Groeipakket/kinderbijslag. 

► Bij Naar het buitenland, wat nu? zetten we de belangrijkste regels op een rijtje die van toepassing zijn als je in het buitenland verblijft.

Wil je weten hoe het zit als jij naar het buitenland vertrekt? Ga naar de zoekmachine op de homepage van Kamiel. Vul daar de keuzevelden in en krijg gedetailleerde info voor jouw specifieke situatie. 

 

Algemene regels

Basisprincipes

Het recht op een Groeipakket/kinderbijslag is gebaseerd op 2 algemene regels:

  1. je moet de Belgische nationaliteit hebben (of er een langdurig verblijfsrecht hebben)
  2. je moet in België wonen, dat wil zeggen: er je officiële adres hebben (gedomicilieerd zijn) én er ook verblijven.

Zolang je minderjarig bent, is het recht op een Groeipakket/kinderbijslag onvoorwaardelijk: je hoeft (behalve aan de bovenstaande regels) aan geen enkele speciale voorwaarde te voldoen. Woon je in Vlaanderen (Groeipakket), dan is dit tot en met de maand van je 18de verjaardag, in Brussel (kinderbijslag) is dit tot 31 augustus van het jaar waarin je 18 wordt.

Eens je ouder bent dan 18, wordt het recht voorwaardelijk. Dat wil zeggen dat je je in een van de volgende situaties moet bevinden om nog steeds een Groeipakket/kinderbijslag te krijgen:

  • Je volgt secundair onderwijs
  • Je volgt hoger onderwijs
  • Je bent een schoolverlater
  • Je bent gebonden aan een leerovereenkomst
  • Je doorloopt een stage om benoemd te kunnen worden in een openbaar ambt

Eens je 25 jaar of ouder bent heb je sowieso geen recht op een Groeipakket/kinderbijslag. Als je jonger dan 25 bent, eindigt je recht wanneer je een vaste job hebt (als werknemer of zelfstandige) of als je een sociale uitkering ontvangt.

Wat met je Groeipakket/kinderbijslag als je 18 of ouder bent?

Als je 18 wordt, zijn er voorwaarden om nog steeds kindergeld te ontvangen. De meest voorkomende situaties waarin het recht op een Groeipakket/kinderbijslag verderloopt zijn de volgende:

  1. je bent leerling in het secundair onderwijs
  2. je bent student in het hoger onderwijs
  3.  je bent een schoolverlater

1. Je bent leerling in het secundair onderwijs

Ben je leerling in het secundair onderwijs? Dan ontvangen je ouders (of jijzelf) een Groeipakket/kinderbijslag. Zolang je secundair onderwijs volgt, blijft het recht op een Groeipakket/kinderbijslag behouden. Dus ook als je ouder bent dan 18.

Je moet wel voor minstens 17 lesuren per week ingeschreven zijn in het secundair onderwijs. Naast voltijds secundair onderwijs (aso, tso, bso, kso en Se-n-Se) vallen ook andere vormen van secundair onderwijs (duaal leren, deeltijds leren en werken en buitengewoon onderwijs) en het hoger beroepsonderwijs Verpleegkunde (Hbo5) onder deze regeling.

In de schoolvakanties doorheen het secundair onderwijs loop het recht op een Groeipakket/kinderbijslag gewoon door. Als je na de laatste schoolvakantie niet verder studeert, dan word je vanaf 1 september als “schoolverlater” beschouwd. Als je wel verder studeert in het hoger onderwijs, verandert jouw statuut naar “student”.

2. Je bent student in het hoger onderwijs

Als student in het hoger onderwijs heb je voor het volledige academiejaar recht op het Groeipakket/kinderbijslag als je ingeschreven bent en blijft voor een totaal van minstens 27 studiepunten per academiejaar. Indien je opleiding niet in studiepunten uitgedrukt wordt, moet deze minimaal 13 lesuren per week omvatten. Enkel in je diplomajaar mag je voor minder dan 27 studiepunten ingeschreven staan. Opgelet: deze laatste regel geldt enkel bij het behalen van een diploma als bachelor, master of graduaat, en is niet van toepassing voor voortgezette opleidingen zoals een ManaMa, BanaBa of BanaMa.

De instelling waar je studeert moet een erkende instelling voor hoger onderwijs zijn, zoals een universiteit of hogeschool.

Ook moet de inschrijving ten laatste op 30 november van dat academiejaar gebeuren. Als je je later inschrijft, kan het gebeuren dat je voor de voorgaande maanden geen recht meer hebt, omdat je niet als student maar als "schoolverlater" beschouwd wordt.

Haal je in de loop van het academiejaar geen 27 studiepunten, schrijf je je uit als student of beëindig je opleiding, dan verandert jouw situatie van “student” naar deze van “schoolverlater”.

Op zoek naar meer uitgebreide informatie over het Groeipakket/kinderbijslag voor studenten? Neem een kijkje op de website centenvoorstudenten.be van de Vlaamse hogescholen en universiteiten.

3. Je bent schoolverlater

Heb je je secundaire of hogere studies afgerond of stopgezet, ben je tussen 18 en 25 jaar oud en vind je niet meteen werk?

In de vakantie die volgt op het einde van je laatste schooljaar/academiejaar behoud je nog je Groeipakket/kinderbijslag. Als leerling in het secundair onderwijs is dat tot 31 augustus; als student hogere onderwijs is dat tot 30 september.

Nadien, dus na de zomervakantie, kan je als schoolverlater nog recht hebben op een Groeipakket/kinderbijslag voor een periode van maximum 12 maanden. Deze 12 maanden vormen het maximum aantal maanden waarin je Groeipakket/kinderbijslag kan ontvangen zonder ingeschreven te zijn als leerling of student. Heb je een onregelmatige studiecarrière gehad na je 18de (met een of meerdere onderbrekingen in je studies) dan kan het zijn dat je geen of beperkt recht hebt op deze “extra” maanden Groeipakket/kinderbijslag bij de uiteindelijke afloop van je studies. Wil je weten hoe het bij jou zit? Contacteer de bevoegde instanties.

Schrijf je je tijdens het schooljaar uit als leerling of student, of haal je minder dan de vereiste 27 studiepunten doorheen het academiejaar? Dan is de omschakeling naar het statuut van “schoolverlater” onmiddellijk. Ook dan kan je als schoolverlater nog recht hebben op een Groeipakket/kinderbijslag, dit voor een periode van maximum 12 maanden.

Een vaak gestelde vraag is of je je na het beëindigen of stopzetten van je studies moet inschrijven als werkzoekende, om een Groeipakket/kinderbijslag te blijven ontvangen. Het antwoord hierop hangt volledig af van je woonplaats.

  • Sinds 1 januari 2019 is het in Vlaanderen niet meer vereist dat je ingeschreven staat als werkzoekende om als schoolverlater een Groeipakket te kunnen ontvangen. Ongeacht of je inschrijft als werkzoekende bij VDAB of niet, heb je dus aansluitend op je studies (maximum) nog 12 maanden recht op een Groeipakket. Als je werk zoekt, valt het uiteraard wél aan te bevelen om je aan te melden bij VDAB, omdat dan je beroepsinschakelingstijd (BIT) begint te lopen – wat noodzakelijk is om nadien beroep te kunnen doen op een inschakelingspremie. Voor alle info daarover, zie onze pagina over de beroepsinschakelingstijd. Maar in Vlaanderen kan het dus dat je recht op een Groeipakket als schoolverlater niet gelijk loopt met je beroepsinschakelingstijd.
  • Woon je in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Dan is de situatie anders: om na je studies nog recht te hebben op kinderbijslag, moet je je als schoolverlater in Brussel wel zo snel mogelijk aanmelden als werkzoekende bij de werkgelegenheidsdienst Actiris. Als je alle voorwaarden vervult, heb je dan nog recht op (maximum) 360 dagen kinderbijslag. In Brussel loopt je recht op kinderbijslag als schoolverlater dus steeds gelijk met je beroepsinschakelingstijd.

Studeren, afstuderen en werken: wat met het Groeipakket/kinderbijslag? 

Eerst even de basisregels over werken tijdens je studies: als leerling (secundair) of student (hoger onderwijs) mag je werken tijdens het schooljaar en in de zomervakantie als jobstudent. Je kan per kalenderjaar maximaal 475 uren werken als jobstudent, dat wil zeggen in arbeid met verminderde sociale bijdrage. Méér uren werken kan ook, maar dan moet je met een “gewoon” arbeidscontract werken wat minder voordelig is omdat je sociale lasten betaalt. Als je teveel verdient, heeft dit ook een invloed op de belastingen die jij en/of je ouders betalen. Alle regels rond werken als student vind je op STUDENT@WORK.

Maar welke invloed heeft werken op je recht op een Groeipakket/kinderbijslag? Het antwoord op deze vraag verschilt naargelang je leeftijd en woonplaats: 

Ben je jonger dan 18? Omdat je recht op een Groeipakket/kinderbijslag “onvoorwaardelijk” is, heeft jouw werk als jobstudent geen enkele invloed daarop. Dat is in Vlaanderen en Brussel hetzelfde.

Ben je ouder dan 18? Je mag werk en studie combineren, maar er zijn wel voorwaarden. Sinds 2019 wordt geen rekening gehouden met hoeveel je verdient om je recht op een Groeipakket/Kinderbijslag te bepalen. De vroegere “inkomensnorm” valt dus weg. Het aantal uren dat je mag werken, blijft wél nog van belang. Hier is er een verschil tussen Vlaanderen (Groeipakket) en Brussel (kinderbijslag):

  • Woon je in Vlaanderen? Dan mag je mag maximaal 475 uren per jaar werken via een studentenovereenkomst, plus 80 uren per maand in gewone arbeidsovereenkomsten (met normale sociale bijdragen). Zolang je je hieraan houdt, heeft werken geen enkele invloed op het recht op een Groeipakket tijdens je studies.
  • In Brussel is de regeling anders: daar mag je tot maximaal 240 uren per kwartaal (= per 3 maanden) werken, en in het derde kwartaal (de zomermaanden juli, augustus en september) onbeperkt indien je nadien verder studeert. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt naargelang je arbeidsstatuut (in studentenarbeid of gewone arbeid). Zolang je je aan deze regels houdt, heeft werken geen invloed op het recht op kinderbijslag tijdens je studies.

Kortom, zolang je de voorwaarden respecteert, kan je werken en studie combineren zonder dat je recht op Groeipakket/kinderbijslag verloren gaat. Opgelet! Deze voorwaarden gaan enkel over je Groeipakket/kinderbijslag, niet over andere sociale rechten en plichten. Hou dus zeker rekening met het maximumbedrag dat je mag verdienen als jobstudent om te vermijden dat jij of je ouders meer belastingen moeten betalen. Klik voor meer informatie daarover door naar belastingen.

Hoe zit het met jonge schoolverlaters (zie hierboven) die een centje willen bijverdienen?

  • In de zomer nadat je afgestudeerd bent mag je als jobstudent of werknemer werken aan de voorwaarden die gelden voor studenten (zie boven). Als je in juni je diploma behaalt, aanvaardt de RSZ dat je nog tot 30 september van dat jaar werkt als jobstudent.
  • Na de zomervakantie kan je enkel nog onder een gewoon arbeidscontract als werknemer werken, maximaal 80u/maand (in Vlaanderen) of 240u/trimester (Brussel).

Zolang je je aan deze voorwaarden houdt, kan je dus ook als schoolverlater werken zonder dat je meteen je recht op een Groeipakket/kinderbijslag zou verliezen.

Belangrijk: alle bepalingen hierboven over “werken” slaan enkel op “winstgevende activiteiten”. Volgende soorten activiteiten worden als niet-winstgevende activiteiten beschouwd en kan je dus steeds verrichten zonder dat dit je Groeipakket/kinderbijslag beïnvloedt:

  • Als tijdens je studies of als schoolverlater vrijwilligerswerk doet, heeft dit nooit invloed op je recht op een Groeipakket/kinderbijslag. Ook als je dan een vrijwilligersvergoeding ontvangt, wordt dit nooit als een “inkomen” beschouwd, en tellen je "werkuren" ook niet mee.
  • Ook bij jongeren die in hun opleiding leren en werken combineren, en daarvoor een bezoldiging krijgen, heeft deze werktijd geen invloed op hun recht op een Groeipakket/kinderbijslag.
  • Au pair werk wordt normaal gezien ook als niet-winstgevend beschouwd en heeft dus geen invloed op je Groeipakket/kinderbijslag. Je kan wel gevraagd worden je contract voor te leggen, om uit te sluiten dat het om een winstgevende activiteit gaat.
  • Tewerkstelling die nodig is om je diploma te halen telt eveneens niet mee. Het uitoefenen van zowel een onbezoldigde als bezoldigde stage in het kader van je studies heeft geen invloed op je recht op een Groeipakket/kinderbijslag.

Opgelet! Bij een stage die niet nodig is voor het behalen van je diploma (bv. een extra stage na je studies) kan er wél een invloed zijn op je Groeipakket/kinderbijslag:

  • Gaat het om een onbezoldigde stage (dus met hooguit een beperkte “onkostenvergoeding”) dan heeft dit geen invloed op je recht op een Groeipakket/kinderbijslag. Dan is de stage feitelijk een soort van vrijwilligerswerk.
  • Krijg je wel een bezoldiging, dan wordt deze stage als een “winstgevende activiteit” gezien. De hoogte van de bezoldiging speelt daarbij geen rol, dit geldt dus ook als je stageloon veel lager ligt dan een gewoon inkomen. Dat betekent niet dat je automatisch je recht op een Groeipakket/kinderbijslag verliest: of je nog recht hebt zal in dat geval bepaald worden door het aantal uren dat je dan betaald stage loopt per maand. Is dat meer dan 80u per maand (in Vlaanderen) of 240u per trimester (in Brussel), dan verlies je het recht op een Groeipakket/kinderbijslag.

Wanneer stopt mijn recht op een Groeipakket/kinderbijslag?

Ongeacht je situatie, stopt je recht altijd als je 25 wordt. De maand waarin je 25 wordt, is dan de laatste maand waarin je kindergeld ontvangt.

In volgende situaties vervalt je recht al eerder:

Als je een vaste job vindt als werknemer, vervalt je recht. Een deeltijdse of tijdelijke job kan wel nog, onder de voorwaarden die gelden voor schoolverlaters (zie Studeren, afstuderen en werken).

Ook als je zelfstandige in hoofdberoep wordt, stopt je recht op een Groeipakket/kinderbijslag onmiddellijk.

Als je een sociale uitkering ontvangt vervalt je recht op Groeipakket/kinderbijslag ook. Dat is bijvoorbeeld het geval als je als schoolverlater na een “wachttijd” van 12 maanden (de beroepsinschakelingstijd) recht hebt op een inschakelingsuitkering. Ook als je werkloos bent en recht hebt op een werkloosheidsuitkering, stopt je recht op een Groeipakket/kinderbijslag.

Ontvang je een bijstandsuitkering, zoals een leefloon? Dan blijf je het Groeipakket/kinderbijslag nog ontvangen zolang je er recht op hebt, maar wordt je leefloon wel verminderd met het bedrag van je Groeipakket/kinderbijslag.

Als je geen recht meer hebt op een Groeipakket/kinderbijslag, kan dat nog veranderen?

Stel: je bent jonger dan 25 en hebt een periode gewerkt of een uitkering gekregen. In die periode had je geen recht op een Groeipakket/kinderbijslag. Kan dat in de toekomst nog veranderen?

Eens je geen recht meer hebt op een Groeipakket/kinderbijslag, kan jouw recht enkel door studies aan te vatten “geopend“ worden. Daarbij moeten je studies voldoen aan alle voorwaarden (zie boven).

Bij wie kan ik terecht met vragen over mijn dossier? 

Contacteer de instantie die jouw Groeipakket/kinderbijslag uitbetaalt. Contactgegevens vind je in het overzicht van de bevoegde instanties

Als je meent dat je dossier niet correct behandeld is, kan je ook een klacht indienen. 

Naar het buitenland, wat nu? 

Jouw recht op een Groeipakket/kinderbijslag is in principe verbonden aan het hebben van een woonplaats in Vlaanderen/Brussel. Dat wil zeggen dat je er gedomicilieerd bent én er ook daadwerkelijk verblijft.

Betekent dit dan dat als jij als jongere naar het buitenland trekt, je ouders of jijzelf in die periode geen Groeipakket/kinderbijslag meer kunnen ontvangen? Neen, gelukkig is dat niet het geval! Vaak blijft het recht op een Groeipakket/kinderbijslag wél behouden, dankzij de afspraken die België met andere landen heeft gemaakt daarover en dankzij een aantal specifieke uitzonderingen in onze eigen wetgeving. We zetten ze hieronder even op een rijtje.

Europese Verordeningen en Bilaterale Akkoorden

Eerst en vooral heeft België met alle Europese lidstaten en een aantal niet-Europese landen afspraken gemaakt. De “Europese Verordeningen” coördineren de sociale zekerheidsstelsels in de Europese Economische Ruimte (dat zijn de EU-lidstaten + Noorwegen, Liechtenstein en IJsland) en Zwitserland. Daarnaast zijn er “Bilaterale akkoorden” rond sociale zekerheid tussen België en een aantal specifieke landen buiten de Europa Unie (Marokko, Tunesië, Algerije, Turkije, Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Israël, San Marino, Kosovo, Servië en Montenegro). Indien jij in een van de landen verblijft die onder de Europese Verordeningen of Bilaterale akkoorden vallen, behoud je in principe je recht op een Groeipakket/kinderbijslag, tenminste als je je in een situatie bevindt waarmee je in België ook recht zou hebben gehad. Er zijn wel specifieke regels per land.

  • Zowel bij de Europese Verordeningen als voor de Bilaterale Akkoorden zal voor de toekenning van je Groeipakket/kinderbijslag telkens onderzocht worden welk land bevoegd is om jouw kindergeld te betalen. Indien je ouders in België verblijven en er werken of een uitkering krijgen, zal dat België zijn; indien een of beide ouders zelf in het buitenland wonen of werken, wordt onderzocht door je uitbetaler welk land bevoegd is. In elk geval zal je nooit “dubbel” kindergeld krijgen van twee landen tegelijk.
  • Bij al deze landen is het geen voorwaarde dat jij als jongere tijdens je buitenlands verblijf in België gedomicilieerd blijft: ook bij domiciliëring in het buitenland neem je je recht op een Groeipakket/kinderbijslag gewoon mee naar het buitenland. De “verblijfsvoorwaarde” vervalt dus in de praktijk bij deze landen.

Algemene uitzonderingen

Daarnaast zijn er een aantal algemene uitzonderingen (“algemene vrijstellingen van schorsing”) waarin wettelijk vastgelegd wordt dat je onder bepaalde omstandigheden toch recht kan hebben op een Groeipakket/kinderbijslag, hoewel je niet in België verblijft. Waar je in het buitenland verblijft is niet van belang: deze uitzonderingen kunnen zowel binnen als buiten Europa toegepast worden. Belangrijk voor de toepassing hiervan is dat je in België gedomicilieerd blijft, je ouders niet werken in het land waar je heengaat, en je geen recht hebt op kinderbijslag van de overheid van het betreffende land zelf.

De wetgeving voorziet eerst en vooral specifieke uitzonderingen voor een kort verblijf in het buitenland:

  • Elke jongere mag per kalenderjaar tot 2 maanden in het buitenland verblijven, zonder dat het Groeipakket/kinderbijslag geschorst wordt omwille van een buitenlands verblijf.
  • Voor leerlingen of studenten die enkel tijdens de schoolvakanties in het buitenland verblijven, blijft het recht op een Groeipakket/kinderbijslag doorlopen.

Drie soorten van deze “algemene vrijstellingen” hebben met buitenlandse studies te maken. Voor al deze vrijstellingen is er wel een belangrijke inhoudelijk vereiste: het moet gaan om buitenlandse onderwijsprogramma’s die erkend zijn door de buitenlandse overheid en waar er minstens 27 studiepunten per jaar of 13 lesuren per week zijn.

  • Als je in België een diploma secundair onderwijs hebt behaald, en niet-hogere studies aanvat in het buitenland: dan wordt je recht niet geschorst. Dat kan wel voor maximaal 1 jaar. Opgelet: je moet reeds een secundair diploma op zak hebben uit België. Deze uitzonderingsmaatregel geldt dus wel voor een jongere die z’n middelbaar in België heeft afgerond en bv. zijn 6de jaar opnieuw gaat doen in het kader van een internationale uitwisseling, maar hij geldt niet voor een jongere die nog geen secundair diploma haalde en bv. de laatste graad secundair in het buitenland gaat voltooien.
  • Als je hoger onderwijs volgt in het buitenland, dan blijft je recht op Groeipakket/kinderbijslag lopen gedurende de hele periode van je buitenlandse studies.
  • Als je een binnen- of buitenlandse studietoelage ontvangt voor een opleiding in het buitenland, dan heb je ook nog steeds recht op een Groeipakket/kinderbijslag.

Bovenstaande uitzonderingen zijn alleen van toepassing voor buitenlandse studies. Maar wat met vrijwilligerswerk, een opleiding of stage in het buitenland die je los van je studies onderneemt, bijvoorbeeld tussen twee studiejaren in, of na afloop van je secundaire of hogere studies? In dat geval ben je immers wettelijk geen “student” meer, maar een “schoolverlater”. Ook hiervoor is een algemene uitzondering voorzien. Deze is wel enkel van toepassing voor wie in Vlaanderen woont (Groeipakket), in Brussel (kinderbijslag) bestaat deze algemene uitzondering niet.

  • Indien je een attest van de RVA, VDAB of de ontvangende (buitenlandse) vrijwilligersorganisatie kan voorleggen, kan je toch een Groeipakket krijgen. Op dit moment bestaat er nog geen standaardformat voor dit attest, dus je organisatie mag dit zelf opstellen. Dit attest beschrijft best de locatie, aard en periode van je vrijwilligerswerk, opleiding of stage.
  • Opgelet: Bij een buitenlandse stage die losstaat van je studies, kan naast dit attest ook het krijgen van een bezoldiging bepalend zijn voor je recht op een Groeipakket. Zie daarvoor de informatie bij “Studeren, afstuderen en werken”.
  • Deze uitzondering geldt voor een periode van maximaal 12 maanden. Als je dus langer dan 12 maanden vrijwilligerswerk, stage of een opleiding doet (los van je studies) zal je na 12 maanden dit recht sowieso verliezen. Deze 12 maanden hoef je niet in een keer op te nemen: je kan bv. een half jaar buitenlands vrijwilligerswerk gaan doen tijdens een sabbat-semester, en meteen na je studies nog eens een half jaar een stage volgen in het buitenland.

Wat te doen?

De instantie die jouw Groeipakket/kinderbijslag uitbetaalt, onderzoekt jaarlijks aan het begin van het academiejaar automatisch jouw specifieke situatie. Je krijgt hiervoor een invulformulier (P7A) toegezonden tussen 1 en 15 oktober. Je kan via die weg aangeven wat je buitenlandse plannen zijn: voor hoelang je naar het buitenland trekt, naar welke bestemming en met wel doel (vrijwilligerswerk, studies, stage, werk).

Vertrek je op een ander moment doorheen het jaar, of verandert je situatie, of wil je vooraf informatie opvragen? Contacteer jouw (Vlaamse) uitbetaler of (Brusselse) kinderbijslagfonds. Contactgevens vind je onder onze rubriek bevoegde instanties. Indien blijkt dat je recht op een Groeipakket/kinderbijslag in het buitenland (mogelijks) kan behouden blijven, zal jouw instantie jou de nodige formulieren bezorgen.

De meeste formulieren zijn ook online te vinden. Opgelet: de formulieren voor buitenlands verblijf die momenteel (2020) in omloop zijn, dateren van voor de regionalisering van de kinderbijslag in 2019.  De bevoegde instanties zijn momenteel bezig met het opstellen van nieuwe, aangepaste formulieren, maar voorlopig worden ook de oude nog gebruikt.

In specifieke situaties kan het voorkomen dat je ook zelf een attest moet opvragen en doorgeven.

  • Ga je vrijwilligerswerk, stage of opleiding volgen terwijl je niet als student ingeschreven bent? Vraag dan zelf een attest van de RVA, VDAB of de ontvangende (buitenlandse) vrijwilligersorganisatie dat de aard en periode van je vrijwilligerswerk, opleiding of stage aangeeft. Op dit moment bestaat er nog geen standaardformat voor dit attest, dus je organisatie mag dit zelf opstellen. Dit attest beschrijft best de locatie, aard en periode van je vrijwilligerswerk, opleiding of stage.
  • Werk je tijdelijk in het buitenland? Vraag een attest aan je werkgever.